Lopend door de donkere straten van het verlaten centrum van Enschede, een vermoeide hond sjokkend achter me, kan ik een plotseling opkomende schaterlach niet onderdrukken. Ik lach hardop. Niet een beschaafd lachje dat iets meer geluid produceert dan je gehoopt had. Nee, gewoon een kneiterharde lach die vanuit mijn tenen komt. Eentje die je gewoon overkomt. Zoals een boer na een glas cola. En omdat ik een muts over mijn oren getrokken heb tegen de wind die waterkoud is die avond en die af en toe ook wat ijzige druppels meevoert, zie je niet dat ik oortjes draag.

Ik wek waarschijnlijk de indruk van een wat verwarde persoon. Dat denk ik tenminste op te kunnen maken uit de reactie van de enige andere persoon die aanwezig is in dit verlaten deel van de stad. Hij kijkt een beetje meewarig mijn kant op. Ziet een vrouw in haar eentje, iets te dik hondje met zich meezeulend. Hardop lachend om misschien wel de stemmen in haar hoofd. Gauw doorlopen, voordat haar uitbundige stemming omslaat. Want lopend voor het pand waar de opvang voor personen zonder vaste woon- of verblijfplaats gevestigd is, is mijn gedrag op zijn minst zorgelijk te noemen. Als ik geen oortjes in had, kon ik het hem horen denken.

Mijn kleding biedt overigens ook geen positieve bijdrage aan mijn voorkomen. Die joggingbroek ziet er ineens een stuk minder sportief uit, als ik mezelf door zijn ogen bekijk. Oké, dat het geen fashion item is, weet ik natuurlijk ook wel. Het feit dat hij van Adidas is maakt hem niet minder ‘jogging’. Maar in het donker met een muts dacht ik er nog wel mee weg te komen. Nu wekt hij, in combinatie met mijn schaamteloze harde lachen, waarschijnlijk de indruk dat ik daar prima op mijn plaats ben.

Traditie en veranderingen

Volgens de Innovatietheorie van Rogers (theorie van socioloog Rogers (duhh) waar de marketingwereld mee aan de haal is gegaan) behoor ik tot de groep die ze ‘late majority’ noemen. De officiële uitleg is dat ik laat overga tot het aanschaffen van een nieuw product omdat ik eerst vertrouwen moet krijgen. In het product of de maker ervan. Ik hecht volgens het model waarde aan traditie en heb moeite met veranderingen. Je hoeft alleen maar mijn CV te bekijken om te kunnen stellen dat ik blijkbaar een van de uitzonderingen op de regel ben 😉. Mijn uitleg is anders. Ik zie het meestal als desinteresse. Er worden gewoon heel veel dingen gemaakt die ik oninteressant vind. Dat heeft op zich weinig met tradities en vertrouwen te maken.

Die desinteresse is ook de reden dat ik pas 17 jaar na het uitkomen van de eerste podcast een exemplaar heb beluisterd. Dan kun je al niet eens meer van late majority spreken. Ik ben way beyond een ‘podcast-laggard’, om in de termen van Rogers te blijven. Maar serieus, toen ik de term voor het eerst hoorde, en toen was ik al geen twintiger meer, dacht ik dat het een beetje een schimmig iets was. Voor vieze verhaaltjes. Net zoals ik als kind altijd dacht dat de amateur-poëten in Jan van Veens ‘Candlelight’ seksueel getinte boodschappen in hun gedichten verstopten 😊

Waarom ben ik het dan toch gaan doen?

En toch ben ik HET gaan doen…. een podcast luisteren. Want ik werd getipt. Een van mijn favoriete schrijfsters had een podcast gemaakt. Ze leest voor uit eigen werk. En dat werk vind ik geweldig. Haar ook trouwens. Haar podcast is dus een soort van luisterboek. Maar dan eentje die ik wél luister. Want luisterboeken…. kill me. Als boekenfanaat en iemand met een rijke fantasie kan ik dat gewoon niet aan. Ik snap dat het een uitkomst is als je slechtziend bent, of analfabeet of om wat voor reden dan ook geen boek kunt lezen.

Ik associeer een luisterboek met teleurstelling. De eerste keer dat ik er 1 zocht op Spotify ging het al mis. Laten we het feit negeren dat ik met geen mogelijkheid een keus kon maken uit de lijst met slechte gratis titels. Dus ik koos er random een. Net zoals Spotify deed met de hoofdstukken. Ik had de shuffle-functie nog aan. Voor ik er achter kwam dat het aan mijn instellingen lag, was ik er al van overtuigd dat ik het slechtste verhaal ever had weten te selecteren. Tel daarbij op dat de stem van de voorleesmoeder niet overeen kwam met de stem die de hoofdrolspeler in míjn hoofd had. Ik haakte af.

De ontdekking

En toen was daar Paulien Cornelisse. Die haar boeken dus leest met exact dezelfde stem die in mijn hoofd zit! Paulien is mijn heldin. Of held zou ze zelf zeggen, want ze houdt niet van de vrouwelijke benaming van beroepen.

En daarom liep ik daar dus. Want ik wilde nog wat stappen maken. En naar Paulien luisteren. Net zoals het hondje ben ik het afgelopen jaar ook wat aangekomen. Van restyling naar writing. Niet echt bevorderlijk voor je lijf. Zeker niet als je een hekel hebt aan de sportschool. Of eigenlijk aan sport in het algemeen. Iedereen moet het zelf weten hoor, maar ik word al moe als ik het woord alleen maar typ.

Dus moet er gewandeld worden. En sinds kort wandel ik samen met Paulien. Hoewel er van samen niet echt sprake is. Want Paulien zit in haar kelder voor te lezen en ik loop in mijn ‘ik ben heus wel sportief anders had ik geen joggingbroek aan’-outfit op plekken waar ik misschien alleen en in het donker niet zou moeten lopen. Je raadt het al, Paulien is de reden van mijn schaterlachen. En zolang zij voorleest, blijf ik lachen. Dat houdt iedereen op gepaste afstand. Het kan ook aan de joggingbroek liggen.

Vind je mijn blogs leuk? Ik kan ze ook voor jou schrijven. Drinken we eerst even een koffie (niet in joggingbroek hoor), jij vertelt ondertussen je verhaal, ik maak daar dan een blog van. Of de tekst voor op je website, je social media kanalen, een flyer, nieuwsbrief etc. Stuur me gewoon even een berichtje!